We parkeren de auto aan de rand van het centrum van York, net buiten de middeleeuwse stadsmuur, die de hele oude stad omringt. Door een van de oude stadspoorten lopen we via een wirwar van oude straatjes, met authentieke huisjes en winkeltjes, in de richting van de kathedraal. We lopen door een uniek geschiedenisboek, hoewel de stad niet de indruk geeft een openluchtmuseum te zijn. De geschiedenis staat tenslotte niet stil. Maar namen, gevelstenen, informatiebordjes, bouwstijlen - we gaan er in op. Alleen de bijzondere winkeltjes in de beroemde straatjes rond de Shambles zijn op deze koude januaridag open. We kunnen ons voorstellen dat het hier in de zomer heel erg druk met toeristen zal zijn! We lezen op een informatiebord dat deze oude straat van de slagers al genoemd werd in het Domesday Book van Willem de Veroveraar, en dan praten we over HET JAAR 1086! De naam Shambles komt van het Angelsaksische woord 'shammels', de brede en open vensterbanken van de winkels, waarop het vlees werd uitgestald - je kunt ze hier en daar nog zien, al zijn de ramen nu dicht. Het vlees werd buiten de winkels opgehangen, en er zijn nog voorbeelden te zien van deze originele vleeshaken in de straatjes. Veel van de huisjes en winkeltjes in deze wijk dateren uit de late veertiende en vijftiende eeuw (rond 1350-1475). In die tijd liep er een geul in het midden van de straatjes voor het weg laten lopen van bloed en slachtafval, maar dat zien we nu niet meer! Het is wel lastig lopen op de vrij grove keien van de straat, en goede schoenen zijn heel erg aan te raden! Veel leuke en bijzondere winkeltjes houden deze straatjes nog authentiek, maar daar zal wel voor gewaakt moeten worden!